Waar het begint

Geen brein is hetzelfde en geen brein ontwikkeld zich in hetzelfde tempo. Zo zijn sommige breinen beter in muziek, weer andere in rekenen en weer andere in taal of ruimtelijk inzicht. Ondanks alle verschillen worden kinderen langs dezelfde lat gelegd. En dat leidt tot tal van problemen die doorwerken tot op latere leeftijd. Om daar verandering in te brengen is het belangrijk om zo vroeg als mogelijk te beginnen.

Lees onderstaand een duidelijke analyse over waar kinderen en docenten in het huidige schoolsysteem tegenaan lopen en waarom breinkennis een belangrijke rol kan spelen.

Waar lopen kinderen op school tegenaan?

Kinderen kunnen tegen verschillende problemen aanlopen. Onderstaand een korte opsomming van de meest voorkomende problemen. 

Academische uitdagingen: Kinderen kunnen moeite hebben met bepaalde vakken of onderwerpen. Ze kunnen moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen of andere academische vaardigheden. Dit kan leiden tot frustratie, verminderd zelfvertrouwen en een negatieve houding ten opzichte van school. 

Sociale druk en pesten: Kinderen kunnen te maken krijgen met sociale druk en geconfronteerd worden met pesten of uitsluiting door hun leeftijdsgenoten. Dit kan leiden tot emotionele problemen, angst en een negatieve schoolervaring. 

Aanpassingsproblemen: Voor sommige kinderen kan de overgang naar een nieuwe school, een nieuwe klas of een nieuwe omgeving moeilijk zijn. Ze kunnen moeite hebben om zich aan te passen aan nieuwe routines, vrienden te maken of zich comfortabel te voelen in hun nieuwe omgeving. 

Leerproblemen en speciale behoeften: Sommige kinderen kunnen leerproblemen hebben, zoals dyslexie, ADHD of autismespectrumstoornis. Deze kinderen kunnen extra ondersteuning en aanpassingen nodig hebben om optimaal te kunnen leren. Het kan een uitdaging zijn om aan hun individuele behoeften te voldoen in een reguliere klasomgeving. 

Gebrek aan motivatie: Kinderen kunnen soms hun interesse en motivatie voor school verliezen. Ze kunnen zich verveeld voelen, het nut van het leren niet inzien of moeite hebben om gemotiveerd te blijven. Dit kan hun academische prestaties en betrokkenheid bij school beïnvloeden. 

Druk om te presteren: In sommige gevallen kunnen kinderen te maken krijgen met hoge verwachtingen van ouders, leraren of zichzelf. De druk om goede cijfers te halen, te slagen voor examens of te excelleren in buitenschoolse activiteiten kan stress en angst veroorzaken. 

Problemen thuis: Kinderen kunnen problemen of uitdagingen ervaren in hun thuissituatie, zoals echtscheiding, huiselijk geweld, armoede of andere stressvolle omstandigheden. Deze problemen kunnen van invloed zijn op hun welzijn, concentratie en schoolprestaties. 

Het is belangrijk voor leraren en schoolpersoneel om deze uitdagingen te herkennen en kinderen de nodige ondersteuning en begeleiding te bieden om ze te helpen deze obstakels te overwinnen.

Waar lopen onderwijzers/docenten op school tegen aan

Voor docenten en onderwijzers is het ook niet gemakkelijker geworden. Ondanks dat zij voor dit mooie vak gekozen hebben om kinderen te helpen lopen zij tegen tal van zaken aan. Een korte impressie.

Hoge werkdruk: Onderwijzers en docenten hebben vaak te maken met een hoge werkdruk. Ze moeten lesplannen maken, lesgeven, toetsen en opdrachten nakijken, oudergesprekken voeren en administratieve taken uitvoeren. Dit alles kan leiden tot stress en vermoeidheid.

Grote klassen: In veel gevallen zijn de klassen groot, vooral in het basisonderwijs. Het kan een uitdaging zijn om aandacht te geven aan de behoeften van alle leerlingen, individuele ondersteuning te bieden en de klas effectief te beheren.

Verschillende leerstijlen en niveaus: Leerlingen hebben verschillende leerstijlen, behoeften en niveaus van bekwaamheid. Het is een uitdaging om lesmateriaal en instructie aan te passen om aan deze diverse behoeften te voldoen en ervoor te zorgen dat alle leerlingen kunnen profiteren van het onderwijs.

Gedragsproblemen: In de klas kunnen gedragsproblemen voorkomen, zoals ongepast gedrag, gebrek aan concentratie of agressief gedrag. Dit kan het leerproces van andere leerlingen verstoren en het creëren van een positieve leeromgeving bemoeilijken.

Gebrek aan middelen: Niet alle scholen hebben voldoende middelen en voorzieningen om effectief onderwijs te bieden. Het gebrek aan lesmateriaal, technologie, laboratoriumfaciliteiten of ondersteunend personeel kan de kwaliteit van het onderwijs beïnvloeden.

Ouderbetrokkenheid: Het betrekken van ouders bij het onderwijsproces kan soms een uitdaging zijn. Sommige ouders zijn mogelijk minder betrokken bij de educatieve ontwikkeling van hun kinderen, wat de samenwerking tussen ouders en docenten kan bemoeilijken.

Veranderende onderwijsvereisten: Onderwijzers moeten voortdurend op de hoogte blijven van nieuwe onderwijsvereisten en curricula. Het bijhouden van veranderingen en het aanpassen van lesmethoden en materialen aan nieuwe normen kan een uitdaging zijn.

Wat is er mis met aan het onderwijssysteem?

Leerlingen en docenten hebben het soms best lastig. Welke rol speelt het onderwijssysteem hier in? De belangrijkste punten op een rijtje gezet.

Standaardisatie en focus op toetsing: Het onderwijssysteem legt vaak te veel nadruk op gestandaardiseerde tests en beoordelingen. Dit kan leiden tot een 'one-size-fits-all'-benadering van onderwijs, waarbij de nadruk ligt op het memoriseren van feiten in plaats van diepgaand begrip en kritisch denken.

Gebrek aan individualisatie: Veel onderwijssystemen hebben moeite om rekening te houden met de individuele behoeften, interesses en leerstijlen van studenten. Dit kan resulteren in het achterblijven van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben of in het onderbenutten van de vaardigheden van hoogbegaafde studenten. 

Beperkt curriculum: Het curriculum in veel onderwijssystemen is gericht op kernvakken zoals taal en wiskunde, waardoor er weinig ruimte overblijft voor brede vorming en ontwikkeling op andere gebieden zoals kunst, muziek, sport, filosofie en levensvaardigheden.

Technologische achterstand: Het onderwijssysteem kan soms moeite hebben om gelijke tred te houden met technologische ontwikkelingen. Er kan een gebrek zijn aan toegang tot up-to-date technologie en digitale leermiddelen, waardoor studenten niet voldoende worden voorbereid op de eisen van de moderne samenleving.

Ongelijkheid en sociale onrechtvaardigheid: Er is vaak sprake van ongelijkheid in het onderwijssysteem, waarbij factoren zoals sociaaleconomische status, etniciteit, geslacht en geografische locatie van invloed kunnen zijn op de kansen en de kwaliteit van het onderwijs die studenten ontvangen.

Gebrek aan betrokkenheid van ouders: Het betrekken van ouders bij het onderwijsproces kan een uitdaging zijn. Een gebrek aan ouderbetrokkenheid kan de leerervaring van kinderen beïnvloeden en het moeilijker maken om een sterke samenwerking tussen ouders en scholen tot stand te brengen.

Onvoldoende professionele ontwikkeling voor docenten: Docenten hebben behoefte aan voortdurende professionele ontwikkeling om hun vaardigheden en kennis up-to-date te houden. Een gebrek aan toegang tot hoogwaardige professionele ontwikkelingsmogelijkheden kan van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs dat wordt geleverd.

Het is belangrijk op te merken dat de aard en omvang van deze problemen kunnen variëren tussen landen en regio's. Verschillende onderwijssystemen en hervormingen worden vaak besproken om deze uitdagingen aan te pakken en het onderwijs te verbeteren.

Waarom is breinkennis belangrijk voor kinderen?

Problemen constateren is 1 ding. Een structurele oplossing vinden is twee. Breinkennis voor leerlingen en docenten is misschien wel de eerste belangrijke stap om te nemen.  Wat biedt breinkennis aan de kinderen? 

Inzicht in het leerproces: Door kennis te hebben over hoe de hersenen leren en informatie verwerken, kunnen kinderen beter begrijpen hoe ze het beste kunnen leren. Ze kunnen leren welke studiestrategieën effectief zijn, hoe ze informatie het beste kunnen onthouden en hoe ze hun cognitieve vaardigheden kunnen verbeteren. 

Metacognitie en zelfregulatie: Breinkennis helpt kinderen bij het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden, zoals het bewustzijn van hun eigen denkprocessen en het vermogen om hun eigen leren te reguleren. Ze kunnen leren reflecteren op hun eigen leerervaringen, doelen stellen, hun voortgang evalueren en strategieën aanpassen om beter te leren. 

Motivatie en mindset: Kinderen kunnen baat hebben bij het begrijpen van de groeimindset en het concept van neuroplasticiteit, dat de hersenen in staat zijn om te veranderen en te groeien door middel van inspanning en oefening. Deze kennis kan bijdragen aan een positieve motivatie, veerkracht en de overtuiging dat ze hun capaciteiten kunnen ontwikkelen. 

Gezondheid en welzijn: Kennis over het brein kan kinderen bewust maken van het belang van een gezonde levensstijl, inclusief voldoende slaap, lichaamsbeweging en voeding, voor een optimale hersenfunctie en welzijn. Ze kunnen ook begrijpen hoe stress en emoties invloed kunnen hebben op het brein en strategieën ontwikkelen om ermee om te gaan. 

Sociaal-emotionele ontwikkeling: Breinkennis kan kinderen helpen bij het begrijpen van hun eigen emoties en die van anderen. Het kan hen helpen om empathie te ontwikkelen, conflicten beter te begrijpen en effectievere communicatievaardigheden te verwerven.

Bewust gebruik van technologie: Met de toenemende digitalisering is het begrip van hoe technologie het brein beïnvloedt belangrijk. Door kennis te hebben over het effect van schermtijd, multitasking en digitale media op de hersenen, kunnen kinderen gezondere en evenwichtigere gewoonten ontwikkelen bij het gebruik van technologie.

Kortom, breinkennis stelt kinderen in staat om hun eigen leren en ontwikkeling te optimaliseren, hun gezondheid en welzijn te bevorderen en beter te begrijpen hoe ze zichzelf en anderen kunnen ondersteunen in verschillende aspecten van het leven.

Waarom is breinkennis belangrijk voor docenten?

Waarom breinkennis zo belangrijk is voor kinderen staat uitvoerig in het vorige stuk. Maar breinkennis is ook essentieel voor docenten. Lees hier waarom breinkennis een waardevolle bron kan zijn om te zorgen dat docenten hun vak waar zij uit passie voor gekozen hebben kunnen gebruiken. 

Begrip van leerprocessen: Door kennis te hebben over hoe de hersenen leren, kunnen docenten beter begrijpen hoe studenten informatie verwerken, onthouden en toepassen. Ze kunnen hun instructiemethoden aanpassen om effectiever aan te sluiten bij de leerbehoeften van hun studenten. 

Differentiatie en individualisatie: Breinkennis stelt docenten in staat om rekening te houden met de individuele verschillen tussen studenten, zoals hun leerstijlen, capaciteiten en behoeften. Ze kunnen strategieën en materialen aanpassen om het leren te differentiëren en studenten te ondersteunen op basis van hun unieke breinprofielen. 

Metacognitie en zelfregulatie: Door kennis te hebben over metacognitieve processen kunnen docenten studenten helpen bij het ontwikkelen van hun eigen metacognitieve vaardigheden, zoals reflectie, doelstellingen stellen en zelfevaluatie. Ze kunnen studenten begeleiden bij het ontwikkelen van zelfregulatiestrategieën en het leren plannen en monitoren van hun eigen leerproces. 

Motivatie en mindset: Breinkennis kan docenten helpen bij het bevorderen van een groeimindset bij studenten, waarbij ze geloven dat intelligentie en vaardigheden kunnen groeien door inspanning en oefening. Docenten kunnen strategieën implementeren om motivatie te vergroten, feedback te geven die de groei benadrukt en een positieve leeromgeving te creëren die gericht is op het ontwikkelen van capaciteiten. 

Effectieve instructiemethoden: Door inzicht te hebben in de manier waarop de hersenen informatie verwerken, kunnen docenten hun instructiemethoden afstemmen op de principes van het brein. Ze kunnen gebruik maken van actieve betrokkenheid, multisensorische benaderingen, korte leersessies, regelmatige herhaling en andere strategieën die het leerproces bevorderen. 

Beoordeling en feedback: Breinkennis kan docenten helpen bij het ontwerpen van effectieve beoordelingsmethoden die aansluiten bij de manier waarop de hersenen informatie verwerken en onthouden. Ze kunnen ook gerichte feedback geven die de groei en ontwikkeling van studenten bevordert. 

Welzijn en gezonde leeromgeving: Kennis over de impact van stress, emoties en welzijn op het brein stelt docenten in staat om een ondersteunende en veilige leeromgeving te creëren. Ze kunnen strategieën implementeren om de sociale en emotionele gezondheid van studenten te bevorderen, stress te verminderen en een positieve sfeer te cultiveren. 

Kortom, breinkennis stelt docenten in staat om hun onderwijspraktijken effectiever af te stemmen op de behoeften en capaciteiten van studenten, om een positieve leeromgeving te bevorderen en om studenten te ondersteunen bij hun leren en ontwikkeling.