Boekbespreking en lezingen

Hersenwetten als bouwstenen bij opvoeden

Je hebt het boek al gelezen en je hebt een heleboel vragen. Je hebt het boek nog niet gelezen maar het onderwerp spreekt je enorm aan. In een ongedwongen omgeving bespreek ik verschillende thema's uit het boek en geef ik antwoord op al je vragen. Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Neem dus je partner, ouder of gewoon een goede vriendin mee en leer alles wat je wilt weten over het brein. 

Boekbespreking van 2 uur

€ 24,95 zonder boek

  • Ontvangst
  • De droom van de auteur

  • De basis van opvoedregels
  • Breinkennis als startpunt
  • Wat zijn hersenwetten
  • Beantwoorden van vragen 

Boekbespreking van 2 uur

€ 49,95 inclusief gesigneerd boek

  • Ontvangst
  • De droom van de auteur
  • De basis van opvoedregels
  • Breinkennis als startpunt
  • Wat zijn hersenwetten
  • Beantwoorden van vragen

Boekbespreking van 2 uur

€ 94,95 voor 2 personen inclusief gesigneerd boek

  • Ontvangst
  • De droom van de auteur
  • De basis van opvoedregels
  • Breinkennis als startpunt
  • Wat zijn hersenwetten
  • Beantwoorden van vragen
Ja, ik wil graag aanwezig zijn bij de boekbespreking

key-note speaker en gastspreker

Marcel is een veel gevraagde gastspreker. Op een warme en humoristische wijze weet hij de deelnemers te inspireren en te prikkelen. Marcel is als geen ander in staat om breinkennis op een begrijpbare en humoristische wijze uit te leggen. Vooral de interactieve onderdelen spreken tot de verbeelding!

Rins

Dank je wel Marcel voor gister middag. Ik vond het mooi hoe je de bijeenkomst en inhoud hebt vormgegeven. En ik waardeer je manier van uitleggen waarbij je niet teveel de diepte ingaat, de deelnemers de ruimte geeft en je niet laat verleiden tot het doen van een oordeel. Dank je wel, ik heb er een korte post over geschreven.

Onderwerpen die in boek besproken worden

Dit boek is opgedeeld in 16 hoofdstukken. Na de inleiding en de proloog begint het boek met de uitdagende vraag: Ben je wel jezelf? Dat is het startpunt van jouw reis. Waar het om gaat is of je wel je eigen regels gebruikt om je kinderen op te voeden of de regels die je van je ouders en vanuit je cultuur hebt meegekregen. De meeste mensen, en dus ook ouders, hebben vaak niet in de gaten dat hun regels, normen en waarden helemaal niet door henzelf bedacht zijn. Deze regels worden namelijk van generatie op generatie overgedragen. De tijden zijn veranderd, we leven nu in een totaal andere wereld dan zeg 15 of zelfs 50 jaar geleden. Wat nu als deze oude regels, normen en waarden niet passen bij de huidige tijd en niet passen bij de biologische werking van het brein? Is het automatische gevolg dan niet dat je kinderen het leven op momenten niet begrijpen, moeite hebben met tegenslagen en onnodig ongelukkig zijn? Als ouder wil je niets liever dan je kind de juiste opvoeding geven. Waarom vind je het dan zo belangrijk om vast te houden aan regels die niet eens van jezelf zijn? Waarom is het zo moeilijk om je regels en overtuigingen te veranderen en blijf je liever in je gelijk staan terwijl je intellectueel best weet dat jouw opvoedregels niet goed werken en niet het gewenste resultaat geven? 

Volwassenen vinden dat kinderen zich soms kinderachtig gedragen. De werkelijkheid is dat volwassenen zich vaak nog kinderachtiger gedragen, zonder dat ze dat zelf in de gaten hebben. Dit kinderachtige gedrag is een groot struikelblok om de opvoeding van je kinderen te laten aansluiten bij de biologische werking van het brein. Om de struikelblokken te verwijderen is het belangrijk om een aantal thema’s te onderzoeken. Zoals de vraag hoe jij tegen jouw ouders aankijkt en welke invloed dat heeft bij de opvoeding die jij je kinderen geeft. Voor een evenwichtige opvoeding is het belangrijk dat de ouders zelf in balans zijn en geen rugzak uit hun jeugd met zich meedragen. Hoe je dat bereikt leer je in het hoofdstuk Doe niet zo kinderachtig. 

De hoofdstukken daarna ga ik dieper in op wat de biologische functie van karakter nu eigenlijk is. Het ene kind is het andere kind niet. Het ene kind gaat gemakkelijker om met de tegenslagen die het leven biedt dan een ander kind waarvoor ze een schier onmogelijke hindernis zijn. Is dat een gegeven of speelt opvoeding hierbij een belangrijke rol? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk om uit te zoeken welke karaktereigenschappen in je dna zitten (nature) en welke rol opvoeding speelt (nurture) bij de vorming van het karakter. Ik geef antwoord op de vraag wat karakter is, of karakter ‘maakbaar’ is en welke mogelijkheden je als ouder hebt om invloed te hebben op het karakter van je kind. 

De vaak onopgemerkte invloed die cultuur heeft op de vorming van het karakter van je kind is enorm groot. De opvoedregels die vanuit de cultuur worden opgelegd passen niet altijd even goed bij de biologie. Dat zorgt voor heel wat ongelukkige levens. De cultuur leert kinderen onder andere wat succesvol zijn is. Wanneer je vervolgens niet succesvol wordt krijg je een stempel opgeplakt. Zo’n stempel van ’je hebt gefaald’ wordt gezien als dieptepunt. Wanneer je niet succesvol bent omdat je de verkeerde beslissingen hebt genomen, ontstaan gevoelens van schuld, schaamte en spijt. Wat nu als dit allemaal gewoon niet klopt? Wat nu als succesvol zijn niet de eindhalte is maar juist het startpunt en we het gewoon verkeerd aangeleerd hebben? Wat nu als schuld, schaamte en spijt niet bestaan? Welke invloed zou dat hebben op je eigen zelfbeeld en dat van je kinderen? Zouden kinderen dan niet automatisch veel weerbaarder zijn? Zou het niet veel beter zijn om kinderen te leren hoe ze moeten omgaan met teleurstellingen en tegenslagen? Is het gevaar niet veel te goot dat kinderen zichzelf voorbij lopen door te willen of moeten voldoen aan de culturele en maatschappelijke eisen? 

Het gedrag van kinderen wordt meer beïnvloed door de opvoeding door hun ouders dan door hun dna. Dat geeft aan hoe bepalend de invloed van ouders is. Kinderen wordt onbewust en ongemerkt een dwangbuis van regels aangetrokken. Ouders leren kinderen bijvoorbeeld dat hiërarchie bestaat. Hiërarchie leert kinderen om te luisteren en om gehoorzaam te zijn. Maar er kleven ook serieuze bezwaren om te leren blindelings te gehoorzaam. Het is immers de bedoeling dat kinderen leren om op eigen benen te staan en in staat zijn voor zichzelf te zorgen. Hiërarchie en zelfredzaamheid kunnen dus op gespannen voet staan. Het is belangrijk om kinderen te leren hoe ze hun intelligentie op de juiste manier kunnen inzetten en hoe het breinprotocol van denken werkt. Hoe kun je anders verwachten dat ze een gelukkig en evenwichtig leven gaan leiden? Het is belangrijk dat kinderen leren hoe zij kunnen omgaan met meningsverschillen en kritiek. Wanneer kinderen hier op de juiste manier mee omgaan zal het in hun voordeel werken in plaats van dat zij onnodig gefrustreerd raken.

Je kunt stellen dat het karakter van je kind in belangrijke mate bepalend is voor diens levensgeluk en succes. Op basis van de wetenschap blijkt dat je als opvoeder een essentiële rol speelt bij de vorming van dat karakter. Maar geeft je dat het recht om je als eigenaar van je kind op te stellen? Door kinderen te vertellen hoe ze zich moeten gedragen en door hen te straffen als ze het niet goed doen, stel je jezelf onbewust wel als eigenaar op. Is het niet veel handiger om gewoon de beste vriend van je kind te zijn? Dit hoofdstuk staat uitgebreid stil bij de vraag wat je rol als opvoeder eigenlijk is. Wanneer je rol duidelijk is, heb je een grotere kans dat je het ‘goed’ doet. Maar kun je het als ouder eigenlijk wel goed doen? Is het niet veel slimmer om het juist niet goed te doen?

Klopt de gedachte eigenlijk wel dat opvoeding pas bij de geboorte begint? Het antwoord is, nee eigenlijk niet. Opvoeding begint al in de periode voor de conceptie. Dat is toch wel een opmerkelijke constatering. Ook de periode van de zwangerschap speelt een enorm belangrijke rol bij het toekomstige levensgeluk van je kind. Betekent dat dat je vaak klassieke muziek moet afspelen om de kans op een kleine Mozart te vergroten of spelen andere zaken een belangrijke rol? Wat zijn de effecten van bijvoorbeeld stress, ruzie en geweld op de gezondheid van het ongeboren kind? Wat moet je doen om te zorgen dat je kindje met een voorsprong geboren wordt zodat de kansen op een gelukkig en gezond leven zo groot mogelijk zijn? Hoe zit het met de hersengolven van baby’tjes en kleine kinderen en welke invloed hebben deze op hun bewustzijn? Hoe ontwikkelt een kinderbrein zich en wat kan een kinderbrein nog niet? Heb je als ouder invloed op de intelligentie van je kind of moet je het doen met wat zij hebben meegekregen van moeder natuur? Allemaal belangrijke vragen die uitgebreid aan bod zullen komen.

Het is belangrijk dat de opvoeding aansluit bij de biologische eisen die het brein stelt. Wanneer de opvoeding niet strookt met de biologische eisen die het brein stelt, komt het brein in een spagaat terecht. Een dergelijke breinspagaat leidt onherroepelijk tot een ongelukkig gevoel of zelfs tot een burn-out of een depressie. Maar als je als opvoeder niet weet welke eisen het brein stelt, doe je eigenlijk maar wat. De kans dat je, ondanks de beste bedoelingen, er soms naast zit is vrij groot. Om je een aantal belangrijke handvatten te geven bespreek ik een vijftal essentiële hersenwetten. Hersenwetten zijn universele wetmatigheden, die ongeacht afkomst, huidskleur, IQ of gender essentieel zijn bij een breinvriendelijke opvoeding. Ook het onderwerp pesten komt aan bod. Pesten is helaas van alledag. Gelukkig zijn er effectieve maatregelen die het pesten kunnen voorkomen.

Laat ik geen onrealistische verwachting wekken. Ondanks het gebruik van deze hersenwetten zal het niet altijd pais en vree zijn. Kinderen zijn kinderen en zijn nu eenmaal ongehoorzaam. Je zou je zorgen moeten maken als je kind niet ongehoorzaam is. Dat is niet altijd even leuk maar ongehoorzaam zijn heeft een duidelijke biologische functie. Een van de lastigste vragen is natuurlijk hoe je hier als ouder mee moet omgaan. Een logische reactie op de ongehoorzaamheid van het kind is om te straffen. Maar werkt straffen wel voor het brein of is de natuurlijke reactie dat kinderen nog ongehoorzamer worden? Je kunt ‘slecht’ gedrag toch niet gaan belonen? Wat gebeurt er in het brein wanneer een kindje gestraft wordt? Is het verstandig om je kind alleen te belonen als het iets goeds gedaan heeft? Er is een duidelijk verschil tussen regels en kaders. Kaders zorgen voor een stabiel gezin, regels die opgelegd worden leiden tot onnodige ruzies en disharmonie. Dat zijn een hoop dilemma’s waar elke ouder mee worstelt. Dit hoofdstuk probeert hier op basis van wetenschappelijke inzichten antwoord op te geven.

Voeding speelt bij de opvoeding een enorm belangrijke rol. Voeding beïnvloedt de emotionele gesteldheid van je kind en bepaalt de fysieke gezondheid. Zowel op jonge leeftijd als op latere leeftijd. Verwacht van dit hoofdstuk geen uitgebreide voedingsschema’s, daar zijn andere boeken voor, maar wel een duidelijk beeld van de gevolgen van goed en slecht voedsel op het geluk van je kind. Je eet immers niet alleen voor je lichaam maar zeker ook voor je brein en je darmen. Wanneer je niet de juiste grondstoffen voor je brein eet, raakt het brein in een stress met alle negatieve consequenties van dien. Wist je dat water drinken je slimmer maakt? Wat dit hoofdstuk zo bijzonder maakt, is dat wetenschappelijke inzichten over wat goed en wat slecht is voor je brein, behoorlijk kunnen afwijken van wat je op school hebt geleerd of wat je via officiële voorlichtingsbronnen of reclamecampagnes van de voedingsindustrie bent gaan geloven.

Meisjes spelen met poppen en jongens met auto’s. Dat is een cliché waar aan de ene kant nog veel voorstanders van zijn maar aan de andere kant ook veel verzet tegen is. Spelen meisjes met poppen en jongens met auto’s vanuit hun dna of komt dit door hun opvoeding? Er zijn warenhuizen en winkels die geen jongens- en meisjesafdeling meer hebben. Zowel het speelgoed als de kleding is bij sommige winkels genderneutraal. Het moet toch kunnen dat jongens in rokjes lopen en met poppen spelen en meisjes broeken dragen en met autootjes spelen? Dit soort concepten zijn allemaal bedacht door volwassenen. Maar hoe denkt het kinderbrein daar eigenlijk over? Wat is de invloed van genderneutraliteit op het kinderbrein? Is het goed om het verschil tussen jongens en meisjes te laten zien of kunnen kinderen zelf kiezen wat wel of niet bij hen past? Hoe zit dat eigenlijk met de seksebepaling? Hoeveel variaties bestaan er eigenlijk? Welke factoren spelen een rol bij de ontwikkeling van de sekse en hoe ga je daar als ouder het beste mee om?

De pubertijd is zo’n bijzondere periode, zowel voor het kind als voor de ouders, dat het een apart hoofdstuk verdient. Zijn jongens in deze periode ‘erger’ dan meisjes of is het precies andersom? Wat is eigenlijk de biologische functie van de pubertijd of is deze periode bedoeld om de ouders te straffen voor een ‘verkeerde’ opvoeding? De biologie heeft een hele speciale reden voor de pubertijd. Door deze periode beter te gaan begrijpen, kun je er beter op inspelen en mee omgaan. Dat kan een hoop irritatie, frustratie en ellende voorkomen. Kinderen zitten hele dagen op hun mobiele telefoon en op sociale media zoals Facebook en TikTok. En als ze niet op hun mobieltje zitten dan zitten ze wel achter hun computer te gamen. Als gevolg van sociale media is de definitie van vriendjes sterk veranderd. Vroeger waren de vriendjes degenen met wie je buiten op straat speelde, tegenwoordig wordt vriendschap bepaald door het aantal likes dat iemand aan je geeft. Het is logisch dat veel ouders worstelen met de vraag wat de invloed is van technologie en sociale media op het kinderbrein en hoe ze hier het beste mee kunnen omgaan. Duidelijk is dat er een enorme generatiekloof is waarbij ouders op basis van hun voorprogrammering in hun gelijk gaan staan en de kinderen op hun beurt ook in hun gelijk. Er is haast geen ander onderwerp dat meer ruzies veroorzaakt tussen opvoeders en kinderen, dan het gebruik van mobiele telefoons en spelcomputers.

In het een na laatste hoofdstuk wordt speciaal aandacht besteed aan de rol van oma en opa. Dan is de cirkel weer rond. Hoe komt het dat sommige grootouders eeuwig jeugdig blijven en wat is hun geheim? In sommige culturen hebben de grootouders geen actieve rol bij de opvoeding van de kleinkinderen. In andere culturen juist wel. Die actieve rol van grootouders heeft zo z’n voordelen maar het kan soms ook best lastig zijn. Hoe belangrijk is het eigenlijk, gezien vanuit het perspectief van het kinderbrein, dat de grootouders een belangrijke rol vervullen tijdens de opvoeding? Of is het verstandig om dit vanuit het standpunt van de grootouders te bezien?

Als onderdeel van dit boek heb ik ook een onderzoek uitgevoerd. De verassende uitkomsten worden in het laatste hoofdstuk besproken. Ik heb jongvolwassen zonder kinderen, ouders en grootouders, 36 opvoedregels gegeven met de vraag om deze in volgorde van belangrijkheid te plaatsen. Dat geeft verrassende inzichten in hoe verschillend seksen en generaties denken over opvoedregels. Jij krijgt ook de kans om deze opvoedregels in jouw volgorde van prioriteit te plaatsen zodat je kunt zien in welke mate je de opvoedregels herkent die passen bij de biologie en welke niet. Alle 36 opvoedregels worden in dit boek behandeld dus je zou heel hoog kunnen scoren.